BUITENPOST – Het is december 2021. Andries Noppert is reservekeeper bij Go Ahead Eagles. Pieter Bos is reservekeeper bij Cambuur. Ze kennen elkaar van de jeugdopleiding bij SC Heerenveen.

Tekst: Bonne Stienstra Foto’s: Marcel van Kammen/Henk Jan Dijks

Het is een jaar later. Het is december 2022. Noppert is eerste keeper van het Nederlands elftal op het wereldkampioenschap in Qatar. Hij keept voor 80.000 toeschouwers in het stadion en voor miljoenen tv-kijkers thuis, schudt de hand van Messi en is in een paar maanden tijd een nationale bekendheid geworden.

Hoe anders is het de uit Buitenpost afkomstige Pieter Bos vergaan. Hij is geen keeper meer. In mei kreeg hij te horen, dat hij een ernstige hartafwijking heeft, zo ernstig dat sport – laat staan topsport – niet meer verantwoord is. Pieter Bos zit thuis, in volstrekte anonimiteit.

Een wereld van verschil wat Bos overkwam en wat Noppert overkwam. Wat kan hij zeggen, als we bovenstaande feiten op een rijtje zetten? ,,Tsja’’, zegt hij en haalt berustend zijn schouders wat op. Het lot is grillig, stellen we vast. ,,Ik moat it der mei dwaan’’, zegt hij.

En dat terwijl in maart zijn voetbaltoekomst er nog zo rooskleurig uitzag. Door een blessure van eerste keeper Sonny Stevens kreeg hij zijn kans bij Cambuur. Hij debuteerde met Cambuur tegen Ajax en keepte toen en daarna naar ieders tevredenheid. Toen durfde hij in een eerder interview in deze krant te stellen, dat hij in het nieuwe seizoen of bij Cambuur of bij een andere club in de basis wilde staan, want keepers moeten vlieguren maken om beter te worden.

Aorta
In mei werd hij ontboden bij de medische specialisten in het Leeuwarder MCL. Tijdens de jaarlijkse medische keurig in maart was er bij hem een afwijking aan de aorta van het hart vastgesteld. Hij kreeg toestemming voorlopig door te gaan met zijn sport. Heel druk maakte hij zich er aanvankelijk niet over.

Bos: ,,Ik mocht keepe en yn de wedstriid tocht ik der eins noait oan. Thús op de bank fansels wol, it wie allegearre noch wat ûnwis. Dan giest googlen en dêr wurdst fansels ek net fleuriger fan.’’ Er volgden nieuwe onderzoeken, maar zelfs toen hij voor de uitslag van het laatste onderzoek in mei bij de cardioloog werd ontboden, was hij optimistisch. ,,Ik tocht: miskien medisinen, miskien in operaasje en dan kin ik wer fierder.’’

Het nieuws dat hij kreeg was verpletterend. Zijn aorta was onnatuurlijk groot en zou door bovenmatige inspanning alleen maar groter worden met een eventueel aneurysma als gevolg.,,En dat betsjut dat it oer is’’, zegt hij nuchter. Hij moest onmiddellijk stoppen met sporten.

 

 

 

,,Achterôf hie ik dy wedstriden as ferfanger fan Stevens eins net iens keepen mochten. Dat wie eins net ferantwurde. Mar dat is achterôf ’’

De reikwijdte van de uitslag drong aanvankelijk nauwelijks tot hem door. ,,Bist yn in shock’’, stelt hij nu vast. Toen hij zijn vriendin Fokje op de hoogte stelde, zijn ouders en andere naasten belde en iedereen ontzet reageerde, toen er tranen vloeiden, toen drong langzaam de impact van wat hem is overkomen tot hem door Zijn naaste familie moest zich ook laten testen om uit te sluiten, dat zijn hartafwijking een genetische oorsprong had. Bij hen werd niets gevonden, dus zegt Pieter Bos: ,,It is in foutsje fan de natuer.’’ Wellicht dat hij er in de toekomst aan geholpen kan worden, maar de cardioloog vindt hem nu nog te jong voor zo’n ingrijpende operatie.

Psycholoog
Een half jaar later is de harde werkelijkheid ingedaald, denkt hij, maar nog betrapt hij zich op momenten, dat hij het niet kan geloven. Binnenkort gaat hij naar een psycholoog, voor de verwerking, want dat mensen, die zulk slecht nieuws krijgen te horen, mentaal soms veel later alsnog in de problemen komen, is hem bekend. Bos: ,,Ik kin der mei Fokje goed oer prate, mar sy is partij, belibbet it emosjoneel dy hat mear ôfstân.’’

Intussen traint hij twee keer per week de jeugdkeepers van Cambuur en neemt hij ook de keepers van Buitenpost onder handen. ,,Mar ik bin de struktuer yn myn libben kwyt’’, zegt hij. Als actief betaald voetballer had hij nog een jaar of tien de tijd om zich te verdiepen in zijn verdere toekomst. Die periode van oriënteren en van nadenken is hem ontnomen.

Dus is hij nu zoekende over hoe nu verder. Intussen woont hij met zijn Fokje samen in Katlijk. Ze leerden elkaar twee jaar geleden kennen bij een korfbalwedstrijd van Kinea, de club waarvoor zij uit komt. Geheel toevallig was de plaats van die eerste ontmoeting niet, want heel de familie Bos is van het korfbal, behalve Pieter zelf dus.

Toen Pieter Bos op zaterdag 15 oktober officieel afscheid nam van Cambuur, toen hij voor de wedstrijd van Cambuur tegen Vitesse een ereronde maakte langs de tribunes, deed hij dat alleen.

 

 

 

 

 

 

,,Fokje sei: it is dyn ôfskie.’’ Op tribune tegenover de spelersingang hing een groot spandoek, dat aan hem was gewijd. De tienduizend toeschouwers applaudisseerden langdurig voor hem en de spelers van Cambuur en Vitesse vormden een erehaag.

Laconiek
Hij zal dat afscheid nooit vergeten, zegt hij, want het was bijzonder en zo warm en zo gemeend. Maar daarna was er weer de harde werkelijkheid. Het scheelt, zegt Bos, dat hij nogal laconiek is. Optimistisch ook en die instelling helpt hem zijn lot te aanvaarden.

Volgend jaar organiseert de KNVB een cursus voor keepertrainers, want binnenkort moet ook zo’n trainer gediplomeerd zijn. Pieter Bos overweegt zich voor die cursus op te geven.Bos: ,,Ast de keepers trainst, dan hast mei in lyts groepke te meitsjen. Dan kinst yndividueel oan de gong. Dat fyn ik moai, moaier as traine mei in hiele grutte groep. Dêrom, ik wol gjin trainer fan in klub wurde. It is my te massaal en ik hâld ek net fan de omballingen der omhinne.’’

Hij heeft een Cios-opleiding, dus als hij aan zijn toekomst denkt, dan gaan zijn gedachten toch steeds richting de sport uit. Maar vooralsnog is het wennen aan zijn huidige bestaan. Hij zegt: ,,Ast jong bist, ast it drok hast, ferjitst faak te genieten fan de moaie dingen yn it libben. Lêsten hawwe Fokje en ik even in midweek fuort west. Dat koe froeger net, no wol en ik ha der fan genoaten.’’

Het glas bij Pieter Bos is, hoe groot de tegenslag ook, derhalve toch voornamelijk steeds half vol. Pieter Bos telt zijn zegeningen als hij concludeert: ,,Ik ha fansels grutte pech mei dy hartôfwiking. Oan de oare kant: as ik gjin prof by Cambuur west hie, as ik dy keuring net hân hie, hiene se de ôfwiking net konstateard. Dan hie ik trochgien mei sporten oant de boel knapt wie. Dat hie fataal west. Dus wat is pech? Ik sjoch it sa, ik ha gelok by in ûngelok hân.’’