Foto: Jaap de Boer

DE WESTEREEN – Vanaf het moment dat Jelle Wietse de Haan als 8-jarig jongetje een metaaldetector voor zijn verjaardag kreeg was hij verkocht. Na heel wat speurtochten heeft hij nu, acht jaar later, al een bijzondere archeologische vondst gedaan. Een deskundige van de Portable Anti- quities of the Netherlands (PAN), een archeologisch bedrijf, was onder de indruk van wat zij aantrof in de ‘schatkamer’ van Jelle Wietse in De Westereen.

Anderen zien een veld, ik zie geschiedenis

Jelle Wietse is altijd al geïnteresseerd in geschiedenis. Hij verzamelt spullen uit de Tweede Wereldoorlog. Dat begon toen hij op 12-jarige leeftijd aan het magneetvissen was bij de Westereender brêge.

,,Ik vond daar hulzen uit de oorlog. Als ik iets vind, ga ik op zoek naar het verhaal erachter. Wat is daar ge-
beurd? Zo vond ik met een vriend brokstukken van een vliegtuigwrak uit de Tweede Wereldoorlog bij Rinsumageast. Mijn geschiedenislerares heeft me vervolgens geholpen aan informatie over die vliegtuigcrash.

Het bleek te gaan om een Stirling bommenwerper die op 1 mei 1943
neerstortte. Zes van de zeven bemanningsleden kwamen daarbij om het leven. Alleen de boordwerktuigkundige Flight-Sergeant Frederick Albert Painter overleefde de crash’’, vertelt Jelle.


In zijn ‘mancave’ heeft Jelle Wietse de Haan een speciaal hoekje ingericht met de gevonden voorwerpen van de vliegtuigcrash in Rinsumageast. Het meest bijzonder vindt hij de gesp die hij vond van één van de bemanningsleden. ,,Eén van die mannen heeft die zo lang geleden gedragen en ik vind dat nu terug. Dat maakt het voor mij heel speciaal. Anderen staan daar denk ik niet zo bij stil. Zij zien een veld als ze op die plek zijn, maar ik zie geschiedenis.’’

Het liefst gaat Jelle Wietse meerdere keren per week met zijn metaaldetector op pad. Meestal in de buurt, in een straal van ongeveer twintig kilometer vanaf De Westereen. Als zijn zoeklocatie bij een boer op het erf is vraagt hij altijd netjes om toestemming. Soms gaan vrienden mee, maar als ze na een hele dag zoeken niets vinden is de lol er voor hen snel af. Jelle Wietse blijft daarentegen fanatiek. Helemaal nu hij een nieuwe metaaldetector heeft waarmee hij nog dieper kan zoeken. Daarmee vond hij in Noardburgum onlangs een Romeinse balteus van ruim 2000 jaar oud.

,,Ik zocht naar oorlogsspullen op een plek waar Duitsers vroeger hadden zitten te oefenen, maar vond deze. Dit is uiterst bijzonder omdat de Romeinen alleen in het Noorden van Nederland kwamen om handel te drijven, maar verder niet.

Dus in Friesland worden weinig Romeinse voorwerpen gevonden. Een archeoloog van de PAN kwam zelfs langs om het voorwerp te fotograferen’’, zegt Jelle Wietse. Volgens zijn moeder was de archeoloog onder de indruk van de vondsten van haar zoon. ,,Wij dachten eerst, het waait wel weer over, deze hobby. In het begin vond ik het eerlijk gezegd maar niks, dan kwam hij met oude botten thuis en zei ik: wat moet je met die rommel. Maar nu ik zie hoe serieus hij hiermee bezig is vind ik het toch wel bijzonder’’, zegt moeder Margriet. Beppe Wieke de Roos voegt er aan

‘Als ik een muntschat vind, zou ik het nooit verkopen. Ik doe dit niet voor het geld, het gaat mij om het achterliggende verhaal.’

toe dat haar vader het ook prachtig zou hebben gevonden. Hij zat in het leger en was op 20-jarige leeftijd bij de bombardementen in Rotterdam aanwezig. Beppe schonk de spullen uit die tijd aan haar kleinzoon. Jelle Wietse: ,,Ik zou graag willen weten wat hij allemaal heeft meegemaakt, maar ik kan het hem helaas niet meer vragen. Uit de spullen die ik heb ge-
kregen blijkt in elk geval dat ze tegen de Duitsers waren. Op de ketting en het armbandje staan afbeeldingen van Wilhelmina, een klein teken van verzet.’’


Zilveren rijderschelling

Naast oorlogsspullen verzamelt Jelle Wietse ook munten. Hij weet zich nog goed het moment te herinneren dat hij zijn eerste munt vond. Eerst was hij al blij met bierdoppen en spijkers, maar op een dag vond hij een Portugese munt uit 1743. ,,De grootste koperen munt tot nu toe. En ook nog in deze staat. Er zit een klein gaatje in’’, zegt hij terwijl hij de munt laat zien. ,,Dus waarschijnlijk heeft iemand deze gedragen als ketting.’’ Een andere speciale munt is een zilveren florijn. ,,Deze is heel zeldzaam, want dit muntstuk is ooit afgekeurd. Kijk maar naar het kruis achterop.

Normaal gesproken werden valse munten meteen vernietigd, maar deze is er waarschijnlijk tussendoor geglipt. Dat maakt dit exemplaar zo bijzonder.’’

De mooiste munt die de Westereender gevonden heeft is een zilveren rijderschelling. ,,Die stond hoog op mijn bucketlist.’’ Zijn grootste wens is om ooit een Duitse helm te vinden. Die werden in de laatste dagen van de oorlog in de bossen weggegooid. ,,In deze regio is echter niet veel te vinden omdat hier minder gebeurd is tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wel heb ik in Dokkum een Canadees zeemanszakmes gevonden. Die heeft één van de Canadezen waarschijnlijk verloren tijdens de Bevrijding in Dokkum, 75 jaar geleden.’’

Poppykrans
Kogels en granaten laat Jelle Wietse liggen. ,,Dat is verboden en kan gevaarlijk zijn. Eerlijk gezegd ontdek ik ook liever één mooi speldje dan 500 kogels. Het gaat me om het achterliggende verhaal. Als ik een muntschat vind, zou ik het nooit verkopen. Ik doe dit niet voor het geld.’’ Wel wil de Westereender zijn beroep maken van de onderzoekswereld. Hij volgt nu de opleiding MBO Life Sciences aan het Nordwin College in Leeuwarden.

Met deze opleiding kan hij onderzoek doen naar de ontwikkeling van medicijnen en uiteindelijk biologisch-medisch analist worden. Maar het zoeken naar ‘schatten’ met de metaaldetector zal hij er altijd naast blijven doen. Kennis over de voorwerpen die hij vindt doet hij op via filmpjes op YouTube. Ook leert hij van vrienden op social media die dezelfde hobby hebben. Al noemt de Westereender het zelf geen hobby meer. ,,Dit is mijn passie.’’

Op zijn vorige school, MAVO De Saad in Damwâld, stond hij er al om bekend. Toen de school dit jaar de deuren moest sluiten en de spullen verdeeld werden, was het voor de geschiedenislerares niet moeilijk te bedenken wie de poppykrans uit het geschiedenislokaal moest hebben. De krans waarmee de Engelse gevallenen van de Tweede Wereldoorlog werden herdacht pronkt nu tussen al zijn vondsten in zijn mancave achter in de tuin. De plek waar Jelle begint te stralen als hij over al zijn schatten praat. En de plek die naar eigen zeggen nu alweer te klein is om alles te bewaren…