‘Be Quick Dokkum was ‘mijn’ club, maar mijn hart lag ook bij vv Zwaagwesteinde’

DOKKUM – Jelle Tilstra uit Dokkum is geen onbekende in de voetbalwereld in Noordoost-Friesland. Van 1978 tot en met de begin jaren ’90 was hij hoofdtrainer bij diverse clubs in deze regio. Bij alle voetbalverenigingen lukte het hem om met het eerste team te promoveren. Alleen zijn laatste wedstrijd eindigde in degradatie.

Jelle Tilstra werd geboren in Zwagerbosch maar verhuisde toen hij drie jaar was al naar Dokkum. ,,Dat was in 1950, net na de oorlog dus de huizen waren schaars. Het huis waar we woonden stelde niet zoveel voor maar mijn ouders waren allang blij dat we een dak boven ons hoofd hadden.’’ Jelle wilde graag sportleraar of fysiotherapeut worden, maar beide opleidingen waren te ver weg. Dus werd het de Kweekschool. Hij werd leraar op de LTS in Dokkum en specialiseerde zich in aardrijkskunde, geschiedenis, Nederlands en later ook economie. Maar zijn hart lag bij de sport. Hij voetbalde van jongs af aan bij Be Quick en speelde tot zijn dertigste in het eerste elftal. Daarna werd hij daar jeugdtrainer en trainer van het tweede elftal. ,,Ik moest het trainingsvak toen nog leren. Daarvoor ging ik op cursus bij Foppe de Haan die op dat moment hoofdtrainer bij Drachtster Boys was.’’ Jelle werd daar tweede trainer en toen Foppe naar Assen vertrok zei hij: ‘mijn opvolger loopt hier rond.’ Hij doelde daarmee op Jelle Tilstra.

Goede leerschool
Zo begon Tilstra zijn carrière als voetbaltrainer bij Drachtster Boys. ,,Dat was een pittige periode waar ik veel van heb geleerd. Ik had nog helemaal geen ervaring. Als trainer was ik te direct, als iemand een fout maakte, zat ik er meteen bovenop. Ik leerde dat het goed was om spelers eerst complimenten te geven en daarna pas kritisch te zijn. Of zoals
Foppe het zei: ‘van een schouderklopje heeft nog nooit iemand een blessure gekregen.’’ Bij Drachtster Boys werden ze twee keer net geen kampioen, maar voor Jelle was het een goede leerschool.

Hoofdtrainer van Anjum
In 1982 werd de Dokkumer hoofdtrainer van Anjum. Deze club speelde in die tijd op hetzelfde niveau als Be Quick Dokkum. ,,We hadden een goed elftal met spelers als Romke Kooyenga, Theun Teitsma en Brant Visser. Alleen het trainingsveld was niet zo best. De spelers maakten daar regelmatig een buiklanding in de modder en stapten daarna met trainingspak en al onder de douche. Met Anjum promoveerden we op een bijzondere manier. Eerst eindigden we, samen met nog vier ploegen, als tweede in de competitie. We speelden onderling een halve competitie en eindigden met Fitboys uit Beilen gelijk in punten en in doelsaldo.

De KNVB besloot dat de beslissingswedstrijd in Drachten moest worden gespeeld, voor mij geen onbekend terrein. Maar wat bleek? We moesten penalty schieten om te promoveren. De eerste misten wij gelijk, maar we hadden het geluk dat de scheids deze goal afkeurde omdat de keeper te vroeg bewoog. Daarna schoten we raak en vervolgens wonnen wij.’’

‘Ik bin jim man’
Via het geruchtencircuit had Jelle al gehoord dat meerdere clubs geïnteresseerd in hem waren als trainer. Ook Zwaagwesteinde belde, maar geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om trainer te worden in De Westereen.

,,Zij hielden echter vol en kwamen met een hele delegatie bij ons thuis met een groot bos bloemen voor mijn vrouw Linda. De klik was er meteen dus met de woorden ‘ik bin jim man’ ging het door.’’ VV Zwaagwesteinde had in die tijd zo’n geweldige selectie dat Jelle zei: ‘Als jullie geen kampioen worden, dan ligt het aan mij’.
Maar de Westereenders hadden twee seizoenen achter elkaar pech. Het eerste seizoen stonden ze bovenaan toen een wedstrijd gestaakt werd wegens een ruzie waar ook de Westereenders bij betrokken waren. ,,De keeper werd er ten onrechte uitgestuurd, er volgde een penalty en dat kostte ons het kampioenschap. Het jaar erna stonden we weer bovenaan. De eerste wedstrijd na de winterstop moesten we tegen Kootstertille. We hadden wel met 12-0 moeten winnen, maar we verloren met 1-0 en werden uiteindelijk tweede.’’

Eindelijk kampioen
Driemaal is scheepsrecht, dacht Jelle. In het derde seizoen dat hij trainer was steeg de spanning gedurende de competitie. Zwaagwesteinde stond weer bovenaan en speelde één van de laatste wedstrijden tegen Be Quick Dokkum. ,,We verloren waardoor we geen punten meer mochten verspelen. We wonnen de voorlaatste wedstrijd bij ’t Fean en de laatste wedstrijd wonnen we van Minnertsga. De ontlading was groot. Eindelijk promoveerden we naar de 2e klas. Als kampioenen reden we door het dorp. Wat me opviel was dat bij de mensen van de zondagmiddagclub de gordijnen dicht gingen. In die tijd was er nog veel rivaliteit tussen de zondag en zaterdagafdeling, maar niet tussen de spelers van beide teams.’’

Mooie anekdotes
Jelle Tilstra kijkt terug op een mooie tijd bij Zwaagwesteinde, mede dankzij de goede leider van het team, Brant Heidstra, een echte verbinder. Jelle: ,,De mensen waren hier zo spontaan en het was alles of niets. Ik weet nog dat Jan Rozema – dé spits van de club – een keer zijn teen gebroken had. Hij kon niet voetballen, maar zijn vader was metaalbewerker en maakte in zijn voetbalschoen een ijzeren kapje voor over zijn tenen zodat hij toch kon spelen.’’ Een andere mooie anekdote heeft Jelle over een scheidsrechter, Ariu. Dat was een klein mannetje die de netten van de goal wilde controleren, maar hij kon er niet bij. Jelle: ,,Peter Santema loste dit op door hem op de schouders te tillen. Nadat de scheids de goals had gecontroleerd wilde hij afstappen, maar Peter liep nog even met hem door van de ene naar de andere goal. De rest van de wedstrijd heeft deze scheids tegen ons gefloten.’’

‘Ik sjoch it al oan it kopke’
De feestjes bij vv Zwaagwesteinde waren ook altijd bijzonder. ,,Om 20.00 uur begon het en vijf minuten later stond iedereen al in de polonaise’’, lacht Jelle. Ook zijn vrouw Linda genoot van de feestjes in De Westereen. ,,Dat waren de leukste feestjes. De spelers vroegen mij ook altijd om met ze te dansen. Bij andere clubs durfden ze dat niet te vragen aan de vrouw van de trainer.

Maar bij Zwaagwesteinde wel.’’ Na een training bij de Groene Ster ging het team altijd eten bij E10. Daar had je een zwembadje en een sauna. ,,Dat was nogal klein, maar dat vonden de mannen van Zwaagwesteinde geen probleem: met meer dan twintig man sprongen ze erin.’’ Na dat derde jaar was het voor Jelle duidelijk het moment om te stoppen. Tijdens de contractbespreking zei Brant Heidstra: ‘ik sjoch it al oan it kopke.’

Be Quick Dokkum
Jelle had vervolgens gesprekken met Broekster Boys en BCV. Het werd BCV. In die tijd (1988) speelden de Burgumers op hoog niveau, onder ander tegen Be Quick Zwolle. Na dat seizoen was het de bedoeling om voor twee jaar bij te tekenen bij BCV, maar op dat zelfde moment belde Be Quick Dokkum met de vraag of hij hoofdtrainer wilde worden van zijn oude club. ,,Daarmee kwam voor mij een wens in vervulling. Be Quick Dokkum was de club waar ik altijd gespeeld had in het eerste elftal. In mijn enthousiasme zei ik direct ‘ja’. Achteraf gezien was dat niet netjes tegenover BCV.’’ Het eerste seizoen had Be Quick het moeilijk. Een bepalende speler uit het team – Piet Wiersma – was net voor Jelle zijn komst vertrokken naar het betaalde voetbal. Hij scoorde veel en dat werd niet meteen opgepakt door de andere spelers. Na het eerste jaar kwamen er links en rechts goede spelers bij, onder wie spelers uit de jeugd en onder andere Romke Kooyenga, Peter Braaksma en Douwe van der Schaaf. Terwijl Minne Eelkema, Tjisse Oosterhof, Theo Boomsma, Leo de Roos, Daniël Vriezema en IJke Postma de kern van het elftal waren. ,,Het elftal werd steeds beter en in het derde jaar werden we kampioen bij de Leeuwarder Sweltsjes.’’

Te druk
Na vier jaar als trainer bij Be Quick besloot Jelle een punt te zetten achter zijn trainerschap. Naast trainer was hij leraar, had drie kapperszaken (La Coupe) samen met Linda en een gezin met twee dochters. ,,Het was een drukke tijd. Ik bereidde mijn trainingen altijd goed voor, na mijn werk ging ik door naar de kapsalon in Damwâld en drie avonden per week stond ik op het veld. Het werd steeds drukker met de zaken dus stopte ik met het trainerschap. Totdat vv Zwaagwesteinde belde. De toenmalige trainer Jaap de Blauw ging vanwege een andere baan verhuizen. Ze vroegen of ik het seizoen wilde afmaken. Omdat ik Zwaagwesteinde zo’n mooie club vond wilde ik ze graag helpen. Maar ik schrok wat ik daar aantrof. Er was niemand over van de oude selectie en het niveau was dramatisch achteruit gegaan. Zo gebeurde het dat ik tijdens de laatste wedstrijd van mijn trainingscarrière met mijn team degradeerde.’’

Mentaliteit
Hoewel Be Quick Dokkum altijd ‘zijn’ club is geweest, lag zijn hart ook bij vv Zwaagwesteinde. Jelle: ,,Nog steeds heb ik contact met de Westereenders. Elk jaar word ik uitgenodigd voor een reünie rond kerst bij de Zilveren Maan. We krijgen daar hapjes en drankjes en de opbrengst van de avond gaat naar een goed doel. De mentaliteit van de Westereenders heeft mij altijd aangesproken. Het is zwart of wit, grijs bestaat niet.’’