DE WESTEREEN – Vijf Nederlandse titels, een hele zwik noordelijke kampioenen en een handvol internationals. In slechts twaalf jaar tijd bouwde boksschool De Wâldhoek een indrukwekkende palmares op. Verantwoordelijk voor die oogst is Bernard Jansen (51), oprichter, eigenaar en hoofdtrainer. ,,Maar zonder Aukje was me dit nooit gelukt.” Op 25 en 26 juni doen twee van zijn pupillen mee aan de NK in Ahoy.

Lees verder onder de foto.

Echtgenote Aukje is de vaak onzichtbare kracht. ,,Je moet dekking van het thuisfront hebben”, drukt Bernard zich in bokstermen uit. Aukje is hartstikke belangrijk, zij regelt de boel thuis en help me ook mee bij de organisatie van het jaarlijkse boksgala.” Op de boksschool wordt Bernard geflankeerd door Sake Jilderda, ook al zo’n onmisbare schakel. Sake is er vanaf het begin bij wanneer Bernard al wel trainingen geeft, maar nog niet zijn eigen boksschool in Twijzelerheide heeft.

In 2005 behaalde Bernard zijn trainerspapieren van de Nederlandse bond. Trainingen gaf hij sindsdien op locatie, zoals reguliere sportscholen of in het gezelschap van andere bokstrainers. Sake (33) was een tiener toen hij zich bij Bernard meldde voor zijn eerste training. Het waren dorpsgenoten, allebei geboren in Feanwâlden. Het klikte en Sake bleef, ook toen zijn bescheiden maar avontuurlijke periode als wedstrijdbokser (acht partijen) er op zat. Sake houdt zich sindsdien vooral bezig met de jeugd. ,,Zijn geduld is groter dan dat van mij”, zegt Bernard. Sake is in het dagelijks leven activiteitenbegeleider bij Wender en werkt dagelijks met jongeren die door uiteenlopende omstandigheden moeite hebben om aan te haken. Dan is boksen in veel gevallen de ideale leerschool. Bernard: ,,Je bouwt natuurlijk conditie op, maar boksen is in de eerste plaats een psychologisch spel. Je bent vooral op jezelf aangewezen. En dan leer je jezelf goed kennen.”

Bernard is een typische no nonsensetrainer. Niet klagen, maar dragen. Niet lullen, maar poetsen. Enfin, een typische Wâldman. Die houding, dat onverzettelijke, boetseert doorgaans onverschrokken boksers. Types met harde koppen en voor wie het gooien van de handdoek – ten teken van overgave – onverteerbaar en onbestaanbaar is. ,,Dus moet je enkelen in bescherming nemen door de handdoek soms wel te gooien”, zegt Bernard, die in de jaren negentig tot een uitstekende amateurbokser uitgroeide.

6 van de 26 partijen besliste Bernard in zijn voordeel door een knock-out, wat niet vaak voorkomt in de vaak korte wedstrijden over maximaal drie ronden. Hij werd drie keer noordelijk kampioen en eindigde eenmaal als tweede bij een NK. Hij bereikte de resultaten met hard werken. Hard trainen en geen excuses: het is nog steeds de beproefde methodiek van De Wâldhoek. Even gezellig wat lummelen is er niet bij.

Recreant of wedstrijdbokser: Bernard en Sake verwachten van iedereen dezelfde inzet. ,,Ik heb geen tijd en geen zin om maar wat aan te rommelen. Boksen is in de eerste plaats mijn grootste hobby. Ik hoef er niet van te leven, want ik heb een goede baan.” Bernard geeft leiding in een fabriek van Royal Smilde Bakery in Bolsward aan zo’n honderd collega’s. Boksen is in de eerste plaats zijn belangrijkste liefhebberij. Drie avonden in de week en heel wat weekenden per jaar is hij ervoor onderweg. Dan is de steun en begrip van het thuisfront, van Aukje en zijn beide kinderen, essentieel. ,,Afgelopen weekeinde was ik zaterdag in Roosendaal en zondag in Amersfoort. Maar zolang het leuk is, is het geen opoffering.”

Geale Meindertsma is momenteel zijn voornaamste protegé. Een typische Wâldhoeker. Altijd doorgaan, meteen op zoek naar de eerste en harde klap. Die is inderdaad een daalder waard. ,,Meteen laten merken met wie de tegenstander te maken heeft”, vertelt Sake. ,,Dat is zo’n beetje de eerste regel van Bernhard voordat je de ring in stapt.”

Geale bokst straks in Ahoy in Rotterdam twee partijen. Twee zeges leveren hem de nationale titel en promotie naar de elite A-klasse op. Ook jongeling Rudmer de Jong doet namens Wâldhoek mee aan de NK. Met Geale beschikt Bernard bovendien over een heuse international. Farshid Bos (Leeuwarden) en Ferenc Soepboer (Sneek) zijn de andere twee Friezen in het boksende Oranje.

De droom om ooit een Olympische deelnemer af te vaardigen is springlevend. ,,Waarom niet?”, countert Bernard. ,,Ik ben 51 jaar, kan nog gemakkelijk 20 jaar mee en heb laten zien dat ik kampioenen kan maken.” Hij noemt er een paar uit het recente verleden: Jilles Bijlstra, Jan Smid, Jacqueline Pitstra, Yaïr Molenaar en Dennis de Boer.

Sake knikt. Zijn geloof in de hoofdtrainer is even groot als gemeend. Een tatoeage onderstreept zijn loyaliteit. De letters ‘Wâldhoek’ en de inkttekening van een bokser vullen het grootste deel van de linker onderarm.

Bernard is nog tattoo-loos. Ooit kwam het er bijna van. Met drie vrienden in de tattooshop in Leeuwarden. ,,Ik wilde een stierekop, mijn maten een eenhoorn en een adelaar.” De stier is nooit gezet, de eenhoorn en adelaar van zijn vrienden wel. ,,Of ze kwaad op me waren? Ben je gek. Zo’n tattoo is een persoonlijke en individuele beslissing. Dat begrepen ze wel.”

En zonder het aan Bernard te vragen: mocht er ooit toch nog een tatoeage komen, dan is de naam Aukje vermoedelijk een grotere kanshebber dan een stierekop of tijger. Voor Aukje ging hij in De Westereen wonen. ,,Maar dat kon ook niet anders”, lacht Bernard. ,,Van Feanwâlden naar De Westereen was de enige weg. Je haalt namelijk nooit iemand uit De Westereen.” Het zou zomaar de tekst op een onderarm kunnen worden…