DAMWÂLD – Annemieke Flootman (41) uit Damwâld turnde als meisje jarenlang op hoog niveau in Heerenveen. Nu de Nederlandse turnsport negatief in het nieuws is door verklaringen over mentale en soms fysieke mishandeling denkt ze veel na over die periode in haar leven. ,,Ik heb zeker wel het een en ander meegemaakt waarvan ik nu denk: was dat wel juist?’’

Artikel gaat verder onder de foto.

Annemieke begon als 5-jarig meisje bij de gymnastiekvereniging KWIEK in haar eigen dorp. Al snel bleek ze talent te hebben. Vanaf haar achtste trainde ze daarom elke woensdagmiddag extra in Donkerbroek op hoger niveau. Daar leerde ze José van der Veen uit Burgum kennen die haar voorstelde om een keer mee te trainen in Heerenveen. Na één proeftraining mocht ze meteen blijven. ,,Ik was net elf en best trots dat ik bij de turnclub in Heerenveen mocht trainen’’, vertelt Annemieke. Samen met vijf andere meisjes uit alle delen van Friesland reed ze vijf keer per week naar de turnhal in Heerenveen om daar elke keer drieënhalf uur te trainen. ,,De trainingen waren zwaar. Ondertussen mochten we niet praten, niet drinken, niet zomaar naar de wc en zeker niet huilen. Kortom, we moesten doen wat de trainer zei’’, vertelt Annemieke. ,,Ze waren streng. Als we een bloedblaar hadden moesten we gewoon doorgaan. Maar wat ik nog erger vond was dat de trainster mij kleineerde. Ik vergeet nooit meer dat ik een keer een fout had gemaakt tijdens een belangrijke wedstrijd. In het bijzijn van alle andere turnsters zei ze dat ze zich kapot schaamde voor mij. Vanaf die tijd keek ik nog meer tegen de trainingen op en zat ik elke keer vol spanning in de auto. Het was voor mij een bevestiging dat alles perfect moest gaan en dat we nooit fouten mochten maken. Dat de trainers zo streng waren schepte wel een band met de andere meiden. We werden echt vriendinnen. Over één meisje heb ik me wel zorgen gemaakt. Zij was jonger en had een andere, nog strengere, trainer. Ze zat elke keer huilend in de auto en had op een gegeven moment zelfs haaruitval van de stress.

Ik heb ook een keer les gehad van diezelfde trainer. Hij ontdekte dat mijn ene knie een beetje krom was tijdens de flikflak en sloeg er dan met een touwtje op.’’

Gevoel van trots
Haar leven stond in het teken van topturnen en bestond uit school, trainen, huiswerk en slapen. Een sociaal leven had ze niet. Annemieke schopte het in 1994 tot de tweede plek tijdens de Nederlandse Kampioenschappen op sprong, op het hoogste niveau. ,,De tsukahara gehoekt, ik weet het nog precies. Dat gaf een gevoel van trots en dan denk je, het was het allemaal waard’’, vertelt de oud-turnster. Vanwege een vervelende enkelblessure kwam Annemieke echter plotseling thuis te zitten. Daardoor had ze tijd om leuke dingen te doen met vrienden en ze ontdekte dat het ook erg gezellig was om zaterdagavonden uit tegaan.Indatjaar-zewasnet15 hakte ze de knoop door: ze wilde niet meer vijf keer per week naar Heerenveen en besloot te stoppen. ,,Soms denk ik weleens, hoe zou het zijn gelopen als ik die blessure niet had gehad? Waarschijnlijk was ik dan gewoon in hetzelfde ritme doorgegaan en had ik meer kunnen bereiken. Ik was nog niet te oud of te dik. Mijn gewicht was sowieso nooit een probleem, in tegenstelling tot andere turnsters die soms al op jonge leeftijd op dieet moesten.’’

Zware trainingen
Na het derde jaar van de MAVO De Saad in Damwâld was het de bedoeling dat Annemieke naar Heerenveen zou verhuizen om daar een opleiding te volgen en daarnaast nog meer te trainen. Maar haar besluit stond vast. ,,Ik wilde die zware trainingen echt niet meer. Bovendien had ik nog steeds last van mijn enkel, nu zelfs nog weleens.’’

Ze keerde terug naar haar oude club KWIEK waar ze nog een aantal jaren met plezier turnde en vele medailles won. Na de Havo in Dokkum ging ze naar de Pabo in Leeuwarden, maar op haar negentiende werd ze ziek. Ze bleek de zeldzame bloedziekte auto-immuun hemolytische anemie (AIHA) te hebben met als gevolg geelzucht en ernstige vermoeidheid. Annemieke kreeg prednisonkuren maar bleef ziek, heel moe en had veel last van hoofdpijn. Pas een hele tijd later bleek de oorzaak van haar vermoeidheid Coeliakie te zijn, een auto-immuunziekte die geactiveerd wordt door het eten van gluten. ,,In totaal ben ik

door mijn ziektes vier jaar uit de roulatie geweest. Dat was precies in mijn studententijd waardoor mijn leven wéér anders was dan mijn leeftijdsgenoten. Ik heb door die periode wel geleerd te relativeren. Gelukkig gaat het nu goed met mijn gezondheid.’’

Een harde wereld
In 2003 verhuisde de Damwâldster naar Rotterdam om daar opnieuw te beginnen. De Pabo had ze als gevolg van haar ziekte niet afgemaakt. Ze volgde een medische opleiding
en vond een leuke baan bij een huisartsenpraktijk in Rotterdam Delfshaven. Annemieke trouwde, kreeg twee kinderen maar helaas liep haar huwelijk stuk. ,,Daar zat ik, alleen in Rotterdam, met twee kleine kinderen. Ik dacht: wat wil ik?’’ Net als twintig jaar eerder nam ze een drastisch besluit. Ze wilde weg uit Rotterdam, terug naar Friesland. ,,Dat is nu vijf jaar geleden. Onze kinderen waren nog jong en ik vond het fijn dat ze in een dorp zouden opgroeien. Bovendien hoefden mijn ouders dan niet meer zo’n eind te reizen om de kleinkinderen te zien.’’ Nu werkt ze als praktijkassistente bij Huisartsencentrum Dokkum en woont ze met haar zoon Lorenzo (12) en dochter Angélie (9) in Damwâld. Het dorp waar ze zelf opgroeide en aan haar turncarrière begon. ,,Als ik terugkijk naar mijn turntijd denk ik dat het mij gevormd heeft. Het was een hele ervaring, maar wel een harde wereld. Bepaalde trainers gingen over de grens. Dat was in die tijd dé manier om de turnsters zo goed mogelijk te laten presteren. Het was niet altijd leuk, maar ik heb wel geleerd om door te zetten. Dat heeft mij geholpen om bepaalde keuzes in mijn leven te kunnen maken.’’

Grote vraag is of haar kinderen het turntalent van hun moeder ook geërfd hebben. Annemieke lacht. ,,Nee, Lorenzo houdt van schaatsen en Angélie is heel creatief. Zij heeft wel even op turnen gezeten, maar dat was niet haar sport. Of ik dat erg vind? Nee, juist niet.’’ Uit de grond van haar hart voegt ze eraan toe: ,,Wát ze doen maakt mij helemaal niks uit. Als ze maar gelukkig zijn.’’