Foto: Jaap de Boer

FEANWÂLDEN/DOKKUM – Zondag 29 december 2019 staat in het geheugen van Frans van Wieren uit Feanwâlden gegrift. Op die dag overleed zijn vrouw Yvonne plotseling aan een hartaanval. Ze was nog maar 52 jaar. Haar dood kwam als donderslag bij heldere hemel. ,,Er waren geen verontrustende signalen bij haar en ook bij de familie is deze kwaal niet bekend’’, vertelt Frans – eigenaar van Van Wieren & Vellinga Adviseurs en Accountants in Dokkum – in een openhartig interview met deze krant. Hij vindt het belangrijk om aandacht te vragen voor hartaanvallen bij vrouwen. Juist omdat er te weinig bekend over is.

Frans van Wieren verloor zijn 52-jarige vrouw aan een hartaanval

‘Er is te weinig bekend over hartaanvallen bij vrouwen’

Om eerder te ontdekken welke signalen bij vrouwen duiden op hartproblemen heeft de Hartstichting geld nodig voor onderzoek. Voor Frans van Wieren (53) en zijn familie was dit de aanleiding om mee te doen aan de Hartstocht. Samen liepen ze 20 kilometer voor de hartstichting. Dankzij de steun van vele sponsoren haalden zij met elkaar ruim vijfduizend euro op voor de Hartstichting. De totale opbrengst van de Harstocht waar meer dan 600 teams aan deelnamen was €268.456,-.

,,Het idee om mee te doen aan de Hartstocht kwam van mijn schoonzus. Daarom was het ook zo jammer dat zij er zelf niet bij kon zijn. Haar man heeft corona, met als gevolg dat ze in quarantaine moest blijven. Toen we haar na de tocht belden was zij net onderweg om zich te laten testen. In totaal liepen elf familieleden mee. Voor de tijd stonden we met z’n allen stil bij het overlijden van Yvonne. Onderweg hadden we ook goede gesprekken over hoe het nu gaat en wat het betekent wanneer je vrouw zo plotseling komt weg te vallen.’’
,,Het is nog geen jaar geleden dat Yvonne zich niet zo lekker voelde. We waren rollade aan het eten die we hadden overgehouden van de kerst. Het smaakte Yvonne niet. Ze voelde prikkelingen op haar tong en dat straalde uit naar haar keel. We dachten aan een allergie en waren bang dat haar keel dicht zou gaan waardoor ze geen lucht kon krijgen. Daarom besloten we de dokterswacht te bellen. Daar zeiden ze dat we het even aan moesten kijken en anders moesten we later maar terugbellen.’’

,,Yvonne voelde zich beroerd, was misselijk en draaierig. Dus na en uur belden we terug. We konden niet in het ziekenhuis van Dokkum terecht, dus gingen we naar het MCL in Leeuwarden. Elf uur ’s avonds moesten we ons daar melden. Yvonne was echter niet eens in staat om van de bank te komen, zo beroerd voelde ze zich. Uiteindelijk lukte het om bij de arts in Leeuwarden te komen. Die heeft Yvonne onderzocht, maar alles bleek goed te zijn. We dachten nog, dat hebben wij weer, wat doen we hier eigenlijk?’’

,,Toch vertrouwde de arts het niet helemaal. De bloeddruk zakte af en toe weg, maar daarna was het weer goed, heel raar. Na 2,5 uur op de behandelbank hebben we in overleg met de arts besloten om maar weer naar huis te gaan. Het was twee uur ’s nachts dus we wilden wel graag naar huis om te slapen. Dat slapen ging redelijk, al kon Yvonne ’s nachts niet helemaal haar draai vinden. De volgende dag had ze last van haar schouder en rug. We dachten, dat zal wel van die behandelbank komen.’’

,,Overdag deed Yvonne rustig aan, lag ze op de bank en wij zorgden voor het eten en huishouden.

Alle vier onze kinderen wonen nog thuis, dus we verdeelden de taken. ’s Avonds ging ze op tijd op bed, ze sliep niet geweldig, maar voelde zich goed genoeg om de volgende ochtend naar de kerk te gaan. ’s Middags was ze weer beroerd dus bleef ik bij haar thuis. Als het zo zou blijven zouden we de volgende dag toch maar even naar de huisarts gaan. Maar het zakte weer af.’’

,,We hadden in die tijd een jonge dame uit Iran in huis. Zij was van plan in Nederland asiel aan te vragen en wij hebben haar aangeboden dat ze zo lang bij ons zou kunnen wonen. We hebben vaker een asielzoeker in huis gehad, dus we hadden hier wel enige ervaring mee. Ze liet foto’s van haar thuissituatie aan ons zien, maar plotseling zakte Yvonne weg. Ik heb direct gekeken of er sprake was van een dichte keel of dikke tong, maar dat was niet het geval. Ze maakte vreemde geluiden, dus ik belde meteen 112. Alle kinderen waren gelukkig op dat moment thuis. De oudste twee volgden de instructies van de centralist op en probeerden hun moeder te reanimeren.’’

,,Binnen zeven minuten waren de ambulancemedewerkers ter plaatse om het over te nemen. In totaal waren er twee ambulances en een traumahelikopter. Opeens stond ons hele huis vol mensen. Ik had geen idee wat er allemaal gebeurde, maar wist dat het ernstig was. Dat akelige piepje kan ik me nog herinneren. De kinderen waren helemaal overstuur. Politiemensen waren bij hen aanwezig en vertelden: it liket net sa best. De artsen hebben super hun best gedaan en zijn drie kwartier aan het reanimeren geweest. Yvonne had echter al zoveel hersenbeschadiging opgelopen dat ze moesten stoppen.’’

,,Je wordt op zo’n moment geleefd. Het voelt heel onwerkelijk. Vooral omdat de signalen voor ons niet duidelijk waren. Bij mannen weet je dat als ze druk op de borst voelen en uitstraling naar de armen hebben, dan is er iets mis. Bij vrouwen is het anders. Achteraf kloppen de signalen die Yvonne had wel, vooral het golvende effect van je soms beroerd voelen en later weer prima. Maar wij waren op een dwaalspoor gezet omdat we aan een allergie dachten. We hadden geen idee dat het zo ernstig was.’’

,,Het gebeurt altijd bij een ander, maar nu overkwam het ons. Op je 52e ben je nog niet bezig met de dood, maar maak je andere plannen. Yvonne wilde de vrouw uit Iran helpen en ze was mantelzorger voor haar ouders. We hebben ook een pleegzoon die vijf jaar bij ons heeft gewoond. En alle vier kinderen wonen nog thuis, drie zoons en een dochter, de oudste is 27, de jongste 20 jaar. Op dit moment vind ik het fijn om ze allemaal in de buurt te hebben. Ik probeer er zoveel mogelijk voor de kinderen te zijn. Daar voel ik me verantwoordelijk voor. Ik ben nu de enige ouder.’’

,,Yvonne en ik waren ruim 28 jaar getrouwd, daarvoor hadden we twee jaar verkering. We kenden elkaar van een accountantskantoor in Drachten, waar ik stage liep en waar zij werkte. Drachten was de plaats waar ze opgroeide, waar we waren getrouwd en waar ook de begrafenisdienst was. Tijdens haar begrafenis kwam telkens haar zorgzaamheid naar voren. Ze hield er niet van om op de voorgrond te staan. Zo was ze al 25 jaar boekhouder van de kerk, lekker in de luwte. Dat paste bij haar. Yvonne ging ook regelmatig met anderen naar de huisarts, nooit voor zichzelf.’’

,,Vooral de jongste dochter heeft het moeilijk met het overlijden van haar moeder. Zij waren twee handen op één buik. Ik probeer er zoveel mogelijk voor haar te zijn. Ik heb al mijn nevenactiviteiten opgezegd. Zo was ik voorzitter van de Zuiderschans, penningmeester bij H&I Dokkum en actief bij de ONOF. Toen we samen waren was dat prima te doen, maar nu vind ik het lastig om de balans tussen werk en privé te vinden. Nog steeds. Ik stel nu andere prioriteiten. Ik besef me temeer dat het leven zomaar gebeurd kan zijn. Daardoor leer je te relativeren.’’

,,Het is blijkbaar erg lastig om symptomen van een hartaanval bij vrouwen tijdig te ontdekken. Binnen de huisartsenpost is deze casus ook gebruikt om hier weer een keer aandacht op te vestigen. Het kan je blijkbaar zomaar overkomen, ook al leef je nog zo gezond. Daarom hoop ik mensen alert te maken door mijn verhaal te vertellen. Eén vrouw die we kennen van de kerk had dit jaar vergelijkbare klachten als Yvonne. Zij kende het verhaal van Yvonne en heeft op tijd de huisarts opgezocht. Zij krijgt nu de juiste medicijnen, waardoor bij haar erger is voorkomen.’’

Voor Frans is het te laat. Samen met Yvonne maakte hij plannen om weer meer samen te doen, als de kinderen het huis uit waren. Dat valt nu weg. Hoe nu verder? ,,We moatte mar sjen. Ik ha no noch genôch drokte mei it wurk en de bern. En as de bern it hûs út binne? Dan sjogge we wol fierder. Je witte toch net hoe’t it libben rint.’’