DAMWÂLD – Twee meter lang en 116,5 kilo. Reinder Brandsma is zonder meer een flinke knaap. De 23-jarige Damwâldster verdient zijn geld als basketballer van Aris Leeuwarden: de enige Friese vertegenwoordiger in de BNXT League, het hoogste niveau in Nederland. Brandsma behoort ondanks zijn nog jonge leeftijd tot de steunpilaren van het team van coach Vincent van Sliedregt. ,,Ik leerde basketballen op de pleintjes van Damwâld en Dokkum.”

Tekst: Radboud Droog Foto’s: Adrie Hoogesteger

Reinder Brandsma is bezig aan zijn vierde seizoen in Leeuwarden. Al na een jaargang in het jeugd-eredivisieteam van Donar Groningen vertrok hij als achttienjarige naar de Friese hoofdstad. Samen met Tim Hoeve, nog steeds zijn maatje bij Aris. De twee wonen in Leeuwarden samen met Jurrian Douwes, nieuw bij Aris, in een recreatiewoning in natuurgebied de Groene Ster, onder de rook van
Leeuwarden. Een mannenhuishouden dat harmonieus verloopt. ,,Als ik de groente snijd, kookt Tim en doet Jurrian de afwas.” Aris is het seizoen goed begonnen. Onder leiding van de jonge coach Vincent van Sliedregt, die de Leeuwarders vorig seizoen in zijn debuut als hoofdtrainer naar de subtop van de Belgisch-Nederlandse league bracht, staat Aris voorlopig stevig in de top vijf. Die positie is aan het einde van het reguliere seizoen goed voor deelname aan de Elite Group: een competitie met de beste vijf ploegen uit België en Nederland. Zover is het
nog lang niet. ,,De komende wedstrijden verschaffen meer duidelijkheid over onze kracht”, zegt Reinder. Maar dat Aris dit seizoen in de breedte sterker is geworden, daarover lijken de kenners eensgezind. De zege op Donar, op de eerste speeldag,
deed menig Fries basketbalhart versnellen. Maar Reinder is voorzichtig: ,,Daarna wonnen we nog drie keer, maar dat waren zeges op teams die dit seizoen normaal gesproken onderin eindigen.” Na de drie zeges op rij ging Aris op zaterdag 5 november met duidelijke cijfers onderuit in Leiden: 87-70.

‘Ik leerde basketballen op de pleintjes van Damwâld en Dokkum’

Opgroeien
Reinder groeide op in Damwâld. Zijn lagere school, cbs De Bron, bestaat niet meer. Maar basketballen, met zijn vriendengroep van toen, doet hij nog steeds. Op het pleintje van het Dockingacollege in Dokkum.

 

Of in een zaaltje in Damwâld of Driezum, dat dan voor een klein geldbedrag voor wat uurtjes wordt gehuurd.Hij sloot zich als jongeling aan bij BV Arrows, een fusieclub die ontstond uit Rebound (Dokkum) en K’75 (Damwâld).Reinders talent ontsteeg het niveau van het streekbasketbal waarna zowel Aris als Donar belangstelling toonde. Het werd Donar omdat de Groningers – in tegenstelling tot Aris – over een eredivisiejeugdteam beschikten. ,,Bij Aris zou ik als zeventienjarige in het eerste team vermoedelijk nauwelijks speeltijd krijgen.”

De tiener vertrok zogezegd naar de meervoudig landskampioen en verbleef er uiteindelijk maar een seizoen. Twee keer maakte hij minuten in het vlaggenschip, dat destijds onder leiding van coach Erik Graal (ex-Aris) stond. ,,Dat was wel wat hoor”, weet hij nog, ,,scoren in MartiniPlaza.” De hal is de onbetwiste basketbaltempel van Nederland en zit met gemiddeld 3.500 toeschouwers elke thuiswedstrijd goed vol.

Alleen maar Fries
Het was in Groningen wennen voor de rustige Fries. ,,Ik sprak tot dan toe alleen maar Fries en kwam tijdens de training bijna niet uit mijn woorden. Het leek wel alsof ik het verleerd was om Nederlands te spreken.” Onder meer dankzij zijn Groningse vriendin, die viool studeert aan aan het conservatorium, en de andere Nederlandssprekende teamgenoten, was het ‘taalprobleem’ snel opgelost. Tegenwoordig is zijn Friese tongval zelfs helemaal naar de achtergrond verdwenen.Reinder combineert het basketbal met een hbo-thuisstudie bedrijfsadministratie en accountancy. De vrije rondom de trainingen, meestal zo’n twaalf keer per week, brengt hij graag met zijn huisgenoten door.

 ,,We kijken graag naar basketbal op televisie en gaan op vrijdag geregeld naar de markt in Leeuwarden.” De Europese EuroLeague vindt hij leuker om te kijken dan de NBA, voor de meeste liefhebbers het basketbalwalhalla. Soms spot hij een oud-ploeggenoot, zoals Arunas Mikalauskas met wie hij in 2020 samenspeelde. De Litouwer is tegenwoordig actief in de Duitse Bundesliga. ,,Als jonkie keek ik in mijn eerste jaar bij Aris op tegen Andy Mazurczak. Die bracht heel veel ervaring mee en was een echte leider.” De Pool speelt in eigen land nog steeds op het hoogste nationale niveau.

Pasta carbonara
Dromen over een carrière in het buitenland, uitkomend voor een topclub uit de Spaanse of Italiaanse competitie, is vooralsnog niet aan hem besteed: ,,Wat me wel geweldig lijkt, is om samen met Aris te groeien naar een hoger niveau. Zodat ik ooit nog eens met deze club Europese wedstrijden mag spelen.” Naar een andere
club, dat hoeft voor hem nu nog niet. ,,Er zijn nog punten die beter kunnen. Soms ben ik iets te onrustig onder het bord en ik wil nog tenminste vier kilo kwijt, zonder dat dit ten koste gaat van spierkracht.”

En het plezier naast het veld, is hem ook veel waard; de lol die hij met boezemvriend Tim beleeft, de goede gesprekken met trainer Vincent van Sliedregt (,,een coach die ook goed luistert naar wat er uit de groep komt”), de zomers bij zijn ouders in Damwâld en dan altijd weer even pleintjesbasketballen met zijn
vrienden. ,,En zet er maar in dat ik de pasta carbonara van Tim niet kan missen. Hij denkt soms dat-ie als een Italiaan kookt. Terwijl hij pas één keer in Italië is geweest, haha!”