Wat zou je doen als je ontdekt dat je een halfbroer hebt, terwijl iedereen om je heen dat eigenlijk al wist? Dat overkwam Frans (83), Seije (80), Brant (75) en Gerard (61) Hoekstra. Hun jeugdvriend Johannes Postma (90) bleek na een DNA-test in 2014 niet alleen een vriend, maar ook echt een halfbroer te zijn. Jarenlang wisten de broers dat niet. Broer Klaas, die vorig jaar op 70-jarige leeftijd overleed, heeft de halfbroer ook gekend.

Reizen niet meer mogelijk
Johannes woont sinds 1958 in Amerika en kwam in februari voor het laatst naar Nederland, samen met zijn vrouw Joelle Million (78). Door zijn dementie wordt reizen steeds moeilijker, dus dit was naar alle waarschijnlijkheid de laatste keer dat hij zijn broers kon ontmoeten. Ze blikten terug op de verloren jaren, maar ook op hoe ze de familieband de laatste jaren weer hebben opgebouwd.
 
Het begon in 2013, toen Seije Hoekstra en zijn vrouw Minke aan een stamboom werkten. Hoe meer inzicht ze kregen in de familiegeschiedenis, hoe opvallender een ontdekking werd: Johannes bleek een halfbroer. Een DNA-test in 2014 gaf het definitieve bewijs. Johannes en de broers delen voor meer dan 99% dezelfde vader: Ype Hoekstra.
 
Bij de koffie halen de broers herinneringen op en vertellen over hun leven. Johannes kan niet altijd alles meer navertellen, maar glimlacht voortdurend: “Ik kan het niet helpen, ik moet steeds glimlachen.” Hij is enorm dankbaar dat zijn halfbroers hem met open armen hebben ontvangen. Zelf wist hij namelijk altijd al wel dat hij hun halfbroer was, maar wilde hen daar niet mee lastig vallen. “Maar ik was heel blij dat Seije en Minke contact met mij zochten. Ik kende al mijn halfbroers al. Maar het is heel fijn dat ik al deze broers heb. En ze lijken er geen problemen mee te hebben”, grapt Johannes.
 
‘Sels myn skoansuske wist it ferhaal al’
 
Een geheim dat lang verborgen bleef
Hoe het geheim zo lang niet aan het licht kwam, is een raadsel. Frans en Seije hadden hun moeder, Alie Hoekstra, weleens gevraagd: “Is Johannes ús healbroer?” Maar zij ontkende dat. Die vraag stelden ze omdat Seije in de trein van een onbekende hoorde: “Kinst wol sjen datsto en Johannes healbruorren binne.” Moeder ontkende het. 
 
Ook eerder, toen Alie een relatie kreeg met Ype Hoekstra, waren er mensen die tegen haar zeiden: “Ype hat al in bern.” Gerard vertelt: “Mar doe ha se der oer praat, en dat koe net sa wêze. Letter bliek dus dat it wol sa wie. Elkenien wist it, 
behalve wy als healbroers. Der mocht net oer praat wurde. Sels myn skoansuske wist it ferhaal al. Mar ik fyn it dochs in machtich ferhaal.” 
 
Toch was er geen sprake van ontrouw. Ype en Alie kregen pas een relatie in 1941, terwijl Johannes al in 1935 in Zwagerbosch werd geboren. Zijn moeder was toen nog maar 18 en kreeg geen steun van Ype of van haar latere man. Johannes werd opgevoed door zijn grootouders. Ype bouwde een leven op met Alie en heeft altijd ontkend dat Johannes zijn zoon was.
 
‘It wie krekt as siet ús heit efter it stjoer’
 
Carrière maken
Johannes zijn jeugd was niet altijd makkelijk. Tussen zijn vijfde en tiende was er oorlog, en op zijn 13e stopte hij met school om als schilder aan het werk te gaan. Later ging hij in dienst bij het leger. In de jaren vijftig was Johannes jeugdleider bij de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in De Westereen. Daar werd hem gevraagd of hij niet in Amerika wilde studeren. Op zijn 23e verhuisde hij naar Graceland College in Iowa, daarna behaalde hij zijn master aan de University of Kansas en in 1966 begon hij aan een doctoraalstudie aan Michigan State University.
 
Ondanks zijn succes bleef de onzekerheid. “Hij heeft nooit een middelbareschooldiploma gehad en droomde soms dat ze daarom zijn doctoraat af zouden pakken”, zegt Joelle. Gelukkig bleef dat bij een droom. Johannes werd hoogleraar, schreef boeken over de Nederlandse rol in de slavernij en zette zich in voor historisch onderzoek. Hij ontmoette Joelle toen hij hoogleraar was aan Minnesota State University, Mankato. Pas jaren later, na hun scheidingen, raakten ze opnieuw in contact en trouwden. “Het is zo jammer dat de broers het niet eerder wisten, dan hadden ze een band kunnen opbouwen”, zegt Joelle.
 
De gelijkenis was overduidelijk
Toen Johannes voor het eerst als erkende halfbroer naar Friesland kwam, was de gelijkenis niet te missen. Frans kreeg kippenvel: “It wie krekt as siet ús heit efter it stjoer.” Gerard had hetzelfde gevoel: “Doe’t ik it wist, ha ik Johannes op it ynternet opsocht. It wie krekt as seach ik myn broer Seije. Einliks wie dat DNA-ûndersyk net nedich.” Ook Minke vertelde hetzelfde. “Doe’t ik de foto’s van Seije en fan Johannes yn Picasa sette (een fotobewerkingsprogramma, red.), tocht it programma al dat Johannes Seije wie.”
‘Einliks wie dat DNA-ûndersyk net nedich’
 
Het contact werd al gauw hecht. De broers belden elkaar vaak en deelden verhalen over hun leven. Johannes leerde over zijn familie in Nederland, terwijl zijn broers meer inzicht kregen in zijn leven in Amerika. Hoewel de afstand groot was, voelde het alsof ze de verloren jaren inhaalden.
 
‘Ik fyn it skande’
Ze vinden het jammer dat er nooit openlijk over gesproken is. “De les út dit ferhaal is wol: wêrom ha se dit nea earder sein? It is dochs wol hiel bysûnder dat wy dat nea heard ha fan ien”, zegt Gerard. Frans vult aan: “Der kaam ien by my, dy’t frege: bist no net lilk? Ik tocht: wêrom soe ik lilk wêze moatte? Ik fyn it skande dat wy it net witten ha.”
 
‘Wêrom ha se dit nea earder sein?’
 
Johannes zelf is nuchter: “Het is zo gegaan als het gegaan is.” Misschien gaf de situatie hem juist de kracht om naar Amerika te gaan en een academische carrière op te bouwen. Als hij zijn familie eerder had gekend, was hij misschien schilder gebleven. Hij heeft in ieder geval erkenning gezocht en gevonden; in het werk, in het leven en later ook in het zijn van een halfbroer.
 
Alle broers denken hetzelfde: hadden we het maar eerder geweten. Johannes is nu 90 en heeft dementie. Zijn laatste reis naar Nederland was een afscheid, maar hij heeft toch nog tien jaar lang vier extra broers gehad. Ze zagen elkaar meerdere keren, zowel in Nederland als in Amerika. Ook spraken ze vaak telefonisch met elkaar of via FaceTime. Het gemis van vroeger kon niet worden teruggedraaid, maar de broers kozen ervoor om de tijd die ze wél hebben te koesteren.
 
Het interview vond plaats bij Johannes zijn andere halfbroer (aan moeders kant) Willem Bosma en zijn vrouw in Leeuwarden. Seije en Minke waren hier niet bij aanwezig. Later die week hebben Seije en Minke met Johannes en Joelle een etentje gehad bij Van der Valk.