KOLLUMERZWAAG – Oude liefde roest niet, een spreekwoord dat zeker geldt voor Willem Reitsma, maar dan met een passievolle knipoog naar de liefde voor oude motoren. De oud leraar techniek heeft een bijzondere hobby: oude motoren, waarbij ook een aantal die dienst hebben gedaan in de scheepvaart.
Voor de inmiddels 83-jarige Reitsma een prachtige dagbesteding die hem zowel lichamelijk als geestelijk fit houdt. “Een hobby ontstaan vanuit mijn mooie baan als leraar techniek. Maar eigenlijk ligt de oorsprong in mijn jeugdjaren. Mijn vader had een boerenbedrijf en we waren constant aan het sleutelen als een machine haperde. Deels ook omdat dit veel goedkoper was, maar we vonden het zeker ook leuk werk. De werking van motoren intrigeerde mij toen en nog steeds. Mijn werk is daar een gevolg van.”
Willem Reitsma oogt nog vitaal. Natuurlijk hebben ook de jaren bij hem wat gebruikerssporen achtergelaten, maar hij deinst nog geen moment terug als hij sleutels in de handen heeft, integendeel zijn handen beginnen te jeuken om aan de slag te gaan. Een gedreven man als het gaat om de oude sleuteltechniek. Motoren en techniek hebben altijd een grote rol gespeeld in zijn leven. Hierdoor is hij in 1998 uiteindelijk ook in Kollumerzwaag belandt, een keuze waar hij geen moment spijt van heeft gehad. Geboren en getogen op het platteland rond Tzummarum, kwam hij als boerenzoon in aanraking met diverse soorten landbouwmachines, dit mede omdat zijn ouders geen vee hadden, maar actief waren in de landbouw. Het was ook de tijd dat de machines aan hun opmars in de landbouw begonnen. “Ik wou echter niet in de voetsporen van mijn vader treden. De techniek boeide mij. Ik heb dan ook een opleiding leraar techniek gevolgd.
Met mijn helaas drie jaar geleden overleden echtgenote Jeltje, heb ik eerst een aantal jaren in Bennekom gewoond. Ik stond in Ede aan school. De woning in Bennekom heb ik zelf
gebouwd. Een kunststukje dat ik later in Drachten, toen ik daar werkzaam was, herhaalde”, aldus Reitsma.
Nadat hij zijn werk als leraar techniek vaarwel moest zeggen, bleef hij niet bij de pakken neerzitten en stopte Reitsma niet alleen zijn energie, maar ook zijn grote kennis op het gebied van techniek in vrijwilligerswerk. Het werktuigmuseum in Veenklooster van Kloppenburg werd zijn terrein. Dezelfde Kloppenburg die Reitsma attendeerde op zijn huidige woning aan de Foarwei in Kollumerzwaag. Een woning met voldoende leef- en woonruimte, maar ook mogelijkheden om binnen te sleutelen aan oude motoren. Ook de oude tractor die zijn vader vroeger gebruikte, kreeg een prominente plek en is nog altijd tiptop in orde. Een prachtig onderkomen dat veel nostalgie uitstraalt, omdat de plaats waar de tractor staat ook nog een echte, ouderwetse stal is. Dat Kloppenburg daarmee ook ongewild een vrijwilliger kwijt was, zal hij waarschijnlijk vooraf niet beseft hebben, anders had hij zich wellicht eerst even achter de oren gekrabd. Kollumerzwaag bleek een prima plek voor de Reitsma’s. Ze voelden zich er thuis en mede door zijn passie legde Reitsma veel mooie contacten. “Wij genoten van het leven. We hadden de ruimte om onze kinderen te ontvangen en trokken er op uit met de caravan en natuurlijk bezocht ik oldtimer dagen, zoals in Workum, waar mijn vrouw vandaan kwam. We bleven daar dan ook overnachten.”
Reitsma blijkt een man van details. Niet alleen moeten de oude motoren in originele staat teruggebracht worden, maar ook speurt hij naar de herkomst, zoals de bouwer en de naam van het schip, zoals van de 1 cilinder Kromhout Type M3, gebouwd in 1927. Een motor werkend via het arbeid systeem: 2-takt middeldruk gloeikop diesel met een cilinderinhoud van 24,73 liter en een nominaal vermogen
van 40 pk. Het toerental van deze hoofdmotor in het beurtschip, de ms Elisabeth is 350 omwentelingen per minuut. Een motor die nog volledig in takt is en loopt als een spreekwoordelijke trein, zoals tijdens de bloeiweek te Kollumerzwaag en Veenklooster te zien was op de oldtimerdag. Voor Reitsma was het voor het eerst na het overlijden van zijn vrouw dat hij zijn passie weer toonde aan het zeer geïnteresseerde publiek. Een moeilijk, maar anderzijds ook mooi moment. Op de aanhangwagen had hij meerdere motoren in werking, zoals ook een Kromhout LS uit 1932(?), een hulpmotor met elektrische generator in een visserschip. Een Blackstone, een Engelse verbrandingsmotor, uit 1935 gebruikt als hoofdmotor in een schip. Een 1 cilinder 4-takt diesel. Maar ook een 4-takt diesel met turbo, type TD 70 B uit 1963, een vrachtautomotor uit een Volvo ontbrak niet.
Terwijl Willem Reitsma in zijn hobbyhok loopt, wordt hij steeds enthousiaster. Waarom hij een voorkeur heeft voor scheepsmotoren, kan hij eigenlijk niet verklaren. “Het is gewoon zo gegroeid. Het is echter vaak moeilijker om aan originele onderdelen te komen. Er zijn er minder van, maar er zijn ook minder mensen mee bezig. Diep in mijn hart is het echter zo, dat ik geniet van elke motor waarmee ik aan het sleutelen ben”, besluit hij zijn verhaal, terwijl zijn ogen dwalen over de motoren en de gereedschappen. “Zolang ik er plezier in heb en het kan doen, ga ik door”, klinkt het gedecideerd. “Er zijn mensen die mij wel eens vragen: wat doe je met die oude rotzooi? Zou je niet eens stoppen. Och zij begrijpen het niet, laat maar denk ik dan. De liefde voor techniek zit zo diep geworteld en wees nu eens eerlijk, wat is er nu mooier dan een haperende of kapotte motor weer in werking te zien en te horen.” Woorden die uitstekend de passie van Reitsma weergeven.