Hoe Tennis- en Padelvereniging Buitenpost haar slag wil slaan

Het begon allemaal met een geldbedrag dat de gemeente Achtkarspelen had gereserveerd voor het renoveren van twee tennisbanen. “We hebben dat geld bewaard en – met goedkeuring vanuit de gemeenteraad – gebruikt voor een nieuw project”, zegt Albert Hoekstra van Tennis- en Padelvereniging Buitenpost. “De aanleg van twee padelbanen en een kunstgrasveld.”

 

Op de algemene ledenvergadering van drie jaar geleden deelt het bestuur van de tennisvereniging zijn zorgen. Het ledenaantal neemt af en vergrijst, dus er worden vraagtekens gezet bij de levensvatbaarheid van de vereniging. De aanleg van twee padelbanen moet daar verandering in brengen. Padel wordt elk jaar populairder, vooral onder jongeren. “Zo hopen we een slag te slaan en deze jongeren aan onze vereniging te binden”, zegt Hoekstra. “Ook hopen we dat Buitenposters die nog padellen in Kollum of Surhuisterveen op den duur naar ons komen.”

 

Waar tennis wordt gespeeld op een groot veld, is een glazen kooi de thuisbasis van een potje padel. Het verhaal gaat dat de sport is ontstaan door een Mexicaanse zakenman die graag tennis wilde spelen in zijn achtertuin, maar daar de ruimte niet voor had. Hij maakte gebruik van muren zodat de bal niet bij de buren zou belanden. Zo ontstond padel als een combinatie tussen tennis en squash. 

Guus Hiddink bracht de sport als trainer van PSV naar Nederland. Hij werkte eerder bij Valencia CF en zag dat heel Spanje in de ban van padel was. Hiddink vond het de perfecte uitlooptraining voor zijn spelers en introduceerde de sport in Nederland. Ruim twintig jaar later telt Nederland 2869 padelbanen verspreid over 688 padel- of tennisclubs. In Fryslân zijn er 87 banen op 29 locaties. 

 

Via het Iepen Mienskipsfûns, Gebiedsfonds Sinnegreide, Rabobank en de BOSA-subsidie haalde de Buitenposter vereniging een deel van de benodigde 250.000 euro binnen. Er kwamen niet alleen twee padelbanen, maar ook een kunstgrasveld. “Je kunt er het hele jaar op tennissen”, zegt Hoekstra. “Het vergt veel minder onderhoud dan een gravelbaan. Het is een middenweg van een smashcourt en een grasveld. Een soort tapijt waar witzand overheen wordt gestrooid.”

 

De aanleg werd vertraagd omdat buurtbewoners zich zorgen maakten over de geluidsoverlast die padel met zich zou meebrengen. “Dat was een struikelblok, maar we hebben de juiste procedures gevolgd waardoor de overlast onder de limiet blijft”, zegt Hoekstra. “Ik ben er zelf een paar keer langsgelopen. Vanaf De Achtkant (nabijgelegen straat, red.) hoor je helemaal niets als er wordt gepadeld. Voor nu lijkt dat dus allemaal mee te vallen.”

 

Hoekstra zelf is een tennisser die weinig ervaring had met padel. Langzaam maar zeker krijgt hij de smaak te pakken. “Ik heb nog wel eens de neiging om elke bal terug te slaan voordat hij mij voorbij is”, lacht hij. “Bij padel hoeft dat helemaal niet, 

omdat je door kunt spelen als de bal tegen de glazen muur achter je kaatst. Het is een heel mooi spelletje. Er komt iets minder techniek bij kijken dan bij tennis. Je krijgt de  bal veel makkelijker over het net.”

 

Tennis- en Padelvereniging Buitenpost is weliswaar twee padelbanen rijker, maar ook een reguliere tennisbaan armer. Daarom wijken tennissers soms uit naar Kootstertille voor hun wedstrijden. “Dat is prima, want daar zijn minder leden en vinden ze het mooi dat we komen”, zegt Hoekstra. 

 

 

Vooralsnog kunnen alleen leden van Tennis- en Padelvereniging Buitenpost een plekje op een padelbaan reserveren via de app van de KNLTB (Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbond). Hoewel de officiële opening pas op 29 maart is, mogen de banen al worden bespeeld. “Er zijn padelrackets op de club, zodat je die niet direct zelf hoeft aan te schaffen”, zegt Hoekstra. 

 

Naast de officiële opening van de nieuwe banen is er op de open dag een padelclinic en een tennisclinic. Deelname is gratis. Normaal gesproken kost een lidmaatschap 130 euro per jaar, maar op de open dag kun je voor 100 euro lid worden. “Ook willen we basis- en middelbare scholen in Buitenpost uitnodigen om eens langs te komen”, zegt Hoekstra. “Ze kunnen ons altijd benaderen en dan kijken we of er iets mogelijk is, bijvoorbeeld voor tijdens de gymles.”