HEERENVEEN – De grens tussen winst en verlies in de topsport is heel klein. Harm Visser (24) weet dat als geen ander. Na een geweldig 2023/2024 ging hij als grote favoriet het nieuwe seizoen in, maar een blessure in de openingswedstrijd speelde hem de rest van de schaatsjaargang parten. Na een intensief revalidatietraject staat de energieke Westereender gemotiveerd aan het begin van een nieuw seizoen. “Ik fiel oan alles dat ik better bin.”
Na een seizoen waarin hij zichzelf definitief vestigde in de top van het marathonschaatsen, had Visser het vorig jaar moeilijker. “It wie in striemin jier”, zegt Visser in de kantine van Thialf. De oorzaak daarvan lag op de Jaap Edenbaan in Amsterdam, waar Visser tijdens de openingswedstrijd van het seizoen een schaats van een collega tegen zijn knie kreeg. Ploegmaat Homme Jan de Groot uit Hilaard bezorgde Team Essent alsnog de gewenste overwinning, maar Visser bleef verslagen achter. De krachten vloeiden weg, de blessure bleek behoorlijk ernstig.
Een stap terugdoen en direct beginnen met het herstel, had voor Visser weinig zin. Dan was hij in de winter nooit weer op niveau gekomen. Bovendien voelde hij zich nog regelmatig goed genoeg om mee te doen voor de overwinning. Zo was het eind november raak in Heerenveen, waar hij met een magistrale sprint won. Daarentegen waren er ook wedstrijden en trainingen dat hij liever meteen van het ijs stapte.
“At ik fuort stoppe wie en my op it herstel rjochte hie, wie ik pas yn april wer better west. Dan hie ik in seizoen fuortgoait.” En als schaatser besluiten om een winter rust te pakken, ging er bij Visser niet in. “Ik doch it foar de winter, oan ‘e kant stean wie gjin opsje.” Dat hij uiteindelijk nog zo goed presteerde, mag een klein wonder genoemd worden. Zijn linkerknie was twintig procent minder sterk dan de rechter, bleek uit onderzoek na het seizoen. “Links heart sterker te wêzen by in reedrider”, aldus Visser.
Slecht seizoen
De Marathon Cup ging aan zijn neus voorbij, maar hij maakte tot de laatste meters in de laatste wedstrijd kans op titelprolongatie. Ook stond hij tijdens de sprintwedstrijden op natuurijs in Oostenrijk en Zweden op het podium. Het gros van de marathonschaatsers zou er voor tekenen, Visser vond het zijn slechtste seizoen van de vier jaren die hij inmiddels voor het team van Sven Kramer gereden heeft.
Want Visser weet dat dit de jaren zijn dat hij moet oogsten. Nog geen jaar
nadat de schaats tegen zijn knie kwam, staat hij vol goede moed aan de vooravond van een nieuw seizoen. “It wie in needlottich ûngelok, mar ik bin der wer.” Dat was niet mogelijk zonder een intensief revalidatietraject. Vier keer in de week stond Visser in het krachthonk om zijn knie te trainen. “It hat oant juny duorre foardat ik wer echt op myn linkerfoet stean koe, dêrfoar sakke ik der gewoan trochhinne.”
In de tussentijd waren de trainingen ter voorbereiding op het seizoen alweer begonnen en kon Visser meteen door met zijn ploeggenoten. In navolging van de langebaanschaatsers heeft ook de marathonploeg van Visser intussen een andere filosofie als het gaat om trainingen. “We draaie folle mear volume yn de trainingen”, vertelt hij. “We sykje altyd de grinzen op, mar no binne we noch wat fierder gien.” In de zomerperiode ging Visser van zo’n zestien uren training per week naar meer dan twintig. Ook in de winter wordt er meer arbeid geleverd dan andere jaren.Het vergt meer van een topsporter. Meer trainen betekent meer rust, maar ook qua voeding moest Visser er een schepje bovenop doen. “Op trainingsdagen krij ik sa’n 6.000 kaloryen oan iten binnen wylst ik op rêstdagen ek in soad yt. Ik kom allinnich hast neat oan. At je mear traine, docht it wat mei it lichem. Om de sport hinne giet it ek goed, dat spilet allegear mei.”
Inmiddels is Heerenveen de woonplaats van Visser. Vorig jaar had hij er al een appartement, begin dit jaar verhuisde hij naar een koophuis
in de sportstad van Noord-Nederland. “Myn freonen wenje hjir en dy slepe my mei nei it skûtsjesilen en sc Hearrenfean. Myn sus wennet hjir no ek, dat is ek hiel leuk. It Hearrenfean hat alle fasiliteiten, dat is gewoan goed foar inoar. No’t ik myn eigen hûs ha, is it gefoel dat ik my hjir thús fiel allinnich mar sterker wurden.”
Olympische Spelen
De 25-jarige zal het marathonschaatsen altijd trouw blijven, maar ook op de langebaan liggen kansen. Op de massastart – ook wel de mini-marathon genoemd – zijn mogelijkheden om naar de Olympische Spelen te gaan. Visser ziet het wel zitten en wil met Bart Hoolwerf – zijn grote concurrent in die wedstrijden – graag een duo vormen.
Maar in februari naar Milaan? “Ik wit dat it hiel lestich wurdt”, antwoordt Visser. “De kâns dat sawol Bart as ik de Olympyske Spelen helje is hiel lyts. En ik tink boppedat dat Rintje Ritsma (de bondscoach van van de KNSB, red.) mei syn Olympyske duo de wrâldbekers ride wol.” Eigenlijk had Visser zich daarvoor vorig jaar al moeten tonen, door het blessureleed lukte dat niet. “It is oan my om it NK sa goed mooglik te riden en my sjen te litten yn de massastart-kompetysje.”
Voor Visser hangt niet alles af van de Olympische Spelen, marathonschaatsen blijft het belangrijkste. Kan hij een wonderseizoen zoals 2023/2024 (negen overwinningen in de Marathon Cup en een handvol losse zeges) herhalen? “It nivo is in stik heger wurden de lêste jierren”, merkt hij op. “Ik wol mysels eltse wedstriid in kâns jaan op de oerwinning, of it no in sprint wurdt of dat we mei in kopgroepke nei de finish ride.”
Ook met zijn knieblessure hoorde hij vorig jaar bij de beste rijders van het peloton, maar inmiddels voelt Visser dat hij op het ijs weer kan leveren. “Ik bin der hiel goed útkaam. De lêste ûndersiken ha sjen litten dat de knibbel wer hielendal goed is en ik fiel it ek op it iis: It giet no echt wer goed.”
