“Fan de iene op de oare dei koe ik neat mear”
WESTERGEEST – Wie wel eens last heeft van een slapende arm of voet, weet hoe onwerkelijk het voelt wanneer je ledematen plotseling dienst weigeren. Harmen Bijlstra uit Westergeest kan erover meepraten. Hij werd vorig jaar zomer getroffen door het Guillain-Barré syndroom, waardoor zijn lichaam de eigen zenuwen beschadigde. “Fan de iene op de oare dei koe ik neat mear. Net rinne, neat pakke en net ite. Ja, doe wie der wol efkes panyk.”
e zon schijnt volop als Harmen de deur van zijn kantoor opent en twee koppen koffie op tafel zet. Op z’n bureau ligt een map met tekeningen voor een bouwproject van een woning in de buurt. Aan de muur hangen foto’s die de historie vertellen van bouwbedrijf Van der Haak & Bijlstra, een familiebedrijf dat al vijf generaties lang een begrip is in de regio. Trots wijst hij de foto’s aan van familieleden die hem voorgingen. Het zijn ogenschijnlijk doodgewone bewegingen, maar tegelijkertijd bijzonder wanneer je weet dat Harmen in de zomer van 2024 niet eens een koffiekopje kon optillen. “Bizar ast der oer neitinkst”, beaamt hij.

Voor het begin van dit bijzondere verhaal moeten we terug naar eind juli: een week voor de start van de bouwvak vorig jaar. Dit is traditiegetrouw één van de drukste perioden in de agenda van bouwbedrijf Van der Haak & Bijlstra. Het is rennen en vliegen om alle bouwprojecten af te ronden voordat de zaak drie weken stilligt. En dat niet alleen: Harmen heeft ook nog een eigen project. Hij moet de oldtimer camper repareren voor de vakantie met z’n gezin begint. “Ik wit noch dat ik op tiisdeitejûn ûnder de camper lei en my al net hielendal fit fielde”, blikt hij terug. Hij wijt de klachten aan stress en kruipt die avond nietsvermoedend onder de wol naast z’n vrouw Tineke.
De volgende ochtend staat Harmen al vroeg op en meldt zich om half zeven op kantoor. Tijdens de korte wandeling van zijn woning naar het bedrijf merkt hij dat z’n voeten niet meewerken. “Ik rûn as in clown mei fan dy grutte flapskuon”, vertelt hij terugdenkend aan dat moment. Op kantoor valt het ook z’n collega’s op dat Harmen niet de oude is. Hij besluit ondanks alle bouwvakdrukte om toch even snel naar de huisarts te rijden. Na een paar simpele testjes waarbij Harmen op z’n hakken en z’n tenen moet lopen, weet de huisarts genoeg. “’Der is wat mis mei dyn senuwstelsel’, sei se. Ik waard mei spoed nei it sikehûs stjoerd.”
Alle toeters en bellen
Samen met z’n vrouw meldt Harmen zich woensdagmiddag op de spoedafdeling van ziekenhuis Frisius in Leeuwarden. Opnieuw moet hij diverse testjes doen. Wat die ochtend bij de huisarts nog met moeite slaagt, lukt hem nu al niet meer. “Ik fernaam dat ik al folle minder koe as de moarns.” Het vermoeden van de huisarts wordt bevestigd door de neuroloog van dienst: Harmen heeft het Guillain-Barré syndroom. Dit is een spierziekte die plotseling opkomt, waarbij het lichaam de eigen
zenuwcellen aanvalt. Het gevolg is dat je in snel tempo volledig verlamd raakt. Ook bij Harmen is dat het geval: hij raakt zienderogen z’n spierkracht kwijt en steeds meer ledematen weigeren dienst. “Doe’t ik tongersdeitemoarn wekker waard, koe ik myn fuotten net mear bewege en wienen myn hannen swier. As hie ien der bakstiennen oanfêst knope.”
“Doe’t ik wekker waard,koe ik myn fuotten net mear bewege”
Die tweede dag in het ziekenhuis beseft Harmen pas wat hem overkomt. Langzaam dringt tot hem door in welke hachelijke situatie hij zit. De verpleegkundige roept die avond opnieuw de neuroloog erbij wanneer Harmen problemen krijgt met eten, slikken en hoesten. “Ek sykhelje wurdt regele troch dyn senuwen en spieren”, legt hij uit. “Dêrom moast ik nei de IC. Doe wie der wol efkes panyk”, geeft hij toe. Nog diezelfde avond belandt hij op de IC, waar hij een weekend lang aan alle toeters en bellen ligt. Naast dat z’n spieren niet meer werken, krijgt Harmen ook last van zenuwpijn. “Net hiel noflik”, vat hij de situatie met een knipoog samen.
Trouwe supporters tijdens de revalidatie
Wanneer het ergste gevaar is geweken, mag Harmen terug naar de verpleegafdeling. Van de eens zo fitte jongeman is weinig meer over. Vanaf z’n schouders naar beneden zijn vrijwel al z’n zenuwen en spieren beschadigd. Er wordt een plan van aanpak bedacht, waarbij Harmen voor z’n revalidatie naar Lyndenstein in Beetsterzwaag gaat. “Dêr waard ik mei in tillift yn myn rolstoel setten. Ik koe neat mear sels.” Op z’n telefoon gaat Harmen op zoek naar een filmpje dat hij maakte vanaf het moment dat hij in Lyndenstein revalideert. De eerste stapjes op de loopband, de eerste keer zelfstandig koffiedrinken, de eerste keer lopen met de rollator. “Ik moast alles wer opnij leare.”
Zes weken lang haalt Harmen alles uit de kast om zo snel mogelijk naar huis te mogen. “Ik wist ien ding seker: ik moat better wurde. Sa rap mooglik nei hûs ta; dat wie myn doel.” Ondanks de lange weg die hij moet afleggen, laten zijn optimisme en positieve karakter hem geen moment in de steek. Z’n vrouw Tineke en twee zoontjes zijn ondertussen z’n grootste supporters. “Elke kear as se yn Beetstersweach kamen, krige ik nije krêft”, vertelt hij glunderend. Op z’n telefoon tovert hij een foto tevoorschijn van één van de jongetjes achter zijn rolstoel. “Dit docht my wol wat as ik dit weromsjoch.”
“Dit boek kin no ticht.Ik wol wer foarút sjen”
Een overwinning op zichzelf
Eenmaal thuis gaat Harmens
revalidatietraject gewoon door. Stapje voor stapje voelt hij hoe zijn zenuwen zich herstellen en zijn spierkracht terugkomt. De rollator maakt plaats voor spalken, die op hun beurt plaats maken voor hardloopschoenen. Hardlopen blijkt voor Harmen de perfecte manier om z’n spieren te trainen en conditie op te bouwen. “As ik in blokje hurdrûn hie, krige ik just mear enerzjy”, knikt hij. Nadat hij z’n eerste vijf kilometer in de benen heeft, ontstaat het plan om mee te doen aan de Bonifatiusloop in april. Harmen schrijft zich in voor zowel de 10 km als de halve marathon. “It is úteinlik de heale marathon wurden”, grijnst hij, zichtbaar trots.

Leven in een versnelling lager
Sinds eind februari telt het gezin van Harmen en Tineke naast twee zoontjes ook een prachtige dochter. Als trotse vader geniet hij volop. Samen koffie drinken in de tuin, een balletje trappen met de jongens of de kleine een fles geven: het zijn de kleine momentjes die hij inmiddels bewust koestert. Bovendien doet Harmen het iets rustiger aan. De autocross-spullen zijn verkocht, de oldtimer camper heeft plaatsgemaakt voor een caravan en Harmen zelf heeft teruggeschakeld van versnelling vijf naar versnelling vier.
“Ik kin gelokkich sizze dat ik wer hielendal de âlde bin”
“Dit aventoer hat my ien ding leard. Dyn libben kin samar ynienen op syn kop stean, mar dan is it de keunst om wer oerein te kommen. Dat kin allinnich ast posityf bliuwst en it juste netwurk hast. Ik wit no dat ik gouden minsken om my hinne ha, dêr’t ik oergriislik wiis mei bin. Aanst is it in jier lyn dat my dit oerkaam. Ik kin gelokkich sizze dat ik wer hielendal de âlde bin. Ald en dochs ek in bytsje nij!”